Door Ilmar Woldring, voorzitter De Brug

Onlangs herinnerde ik mij mijn ontmoeting met iemand wiens gedachtegoed grote invloed heeft gehad, en nog steeds heeft, op ons zorgstelsel. Zegt de naam Hattinga-Verschure u misschien iets? Om volledig te zijn: prof. dr. Johannes Hattinga-Verschure? Waarschijnlijk niet, tenzij u werkzaam bent geweest (of dat nog bent) binnen ons zorgstelsel.

Het is namelijk precies vijftig jaar geleden dat deze chemicus en internist (1914-2006) het begrip ‘mantelzorg’ introduceerde, met in het kielzog termen als ‘mantelzorgstelsel’ en ‘mantelzorger’. Hij begreep waarom steeds meer mensen zich ongelukkig toonden over de zorgverlening. Hij was van oordeel dat mensen te veel waren gaan vertrouwen op professionele (tegenwoordig: formele) zorg, zich daardoor minder richtend op hun eigen aandeel in – en verantwoordelijkheid voor – hun gezondheid. De definitie die hij toen aan mantelzorg gaf was: de zorg die als vanzelfsprekend aan elkaar gegeven wordt. En mantelzorg gaat om zorg die mensen verwarmt omdat zij elkaar er als een mantel mee omgeven.

Vijf jaar later, in 1977 dus, publiceerde hij een boek waarin hij zijn gedachten nader uitwerkte: ‘Het verschijnsel zorg: een inleiding tot de zorgkunde’. Toen ik in 1988 met Hattinga-Verschure kennismaakte, in mijn hoedanigheid als zijn uitgever (bij Uitgeversmaatschappij De Tijdstroom), had dit geruchtmakende boek al diverse herdrukken beleefd. Wat vind ik het achteraf gezien jammer dat het helaas bij deze ene ontmoeting gebleven is bij koetjes en kalfjes! Maar waarschijnlijk zou ik inhoudelijk geen partij zijn geweest voor deze bedachtzaam formulerende, met een vlinderdasje getooide gentleman. Niet alleen was ik met mijn 34 lentes veel te jong voor een man met zijn portuur, mij ontbrak het ook nog eens aan praktische kennis en ervaring. No match, dus. Maar ik zie de hooggeleerde heer nog vóór mij zitten, glimlachend genietend van zijn koffie.

Hattinga-Verschure omschreef mantelzorg als ‘alle zorg die, genoten in een klein sociaal netwerk, aan elkaar gegeven wordt op basis van vanzelfsprekendheid en bereidheid tot wederkerigheid. Kenmerkend aan mantelzorg was volgens hem dat de lijnen tussen de betrokkenen kort zijn en dat een individu zowel zorgverlener als zorgontvanger kan zijn.

In 2007 werd de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de WMO van kracht. De ideeën van Hattinga-Verschure zijn in die wet heel duidelijk terug te vinden en blijken nog steeds actueel. Hij had namelijk een aantal aanbevelingen gedaan om zelfzorg te ondersteunen:

  • investeer in motivatie, gewoonten en informatievaardigheden van mensen
  • kijk niet alleen naar de omvang van iemands netwerk, maar ook naar de kennis en kracht daarin aanwezig
  • breng formele zorg terug naar de juiste proportie
  • maak zorginstellingen kleinschaliger
  • investeer eerder in thuiszorg om zelfzorg en mantelzorg te ondersteunen dan in nóg meer intramurale instellingen.

Middelen en manieren om de mantelzorg zo goed mogelijk te stimuleren en faciliteren, in steeds nauwer samenspel met de formele zorg, zijn er sinds 2007 legio bijgekomen. Denk hierbij aan mantelzorgmaatjes en het ontwikkelen van methodieken zoals netwerkversterking. Dat klinkt bekend, nietwaar?